Wat is een Omgevingswaarde?
Omgevingswaarden zijn bedoeld voor het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving. Ze leggen de kwaliteit vast die de gemeente, provincie of Rijk voor de fysieke leefomgeving wil bereiken. Een omgevingswaarde is één van de instrumenten waarmee overheden het beleid van een omgevingsvisie kunnen uitvoeren. De omgevingswaarde is alleen bindend voor het bestuursorgaan van het bevoegd gezag dat de omgevingswaarde heeft vastgesteld.
De omgevingswaarde vervangt voor een deel huidige begrippen als grens- en richtwaarden en milieukwaliteitseisen. Op de website van Aan de slag met de Omgevingswet is beschreven wat er inhoudelijk verandert door de omgevingswaarden.
Als we binnen de Omgevingswet spreken over een omgevingswaarde, wordt uitdrukkelijk de omgevingswaarde bedoeld zoals in afdeling 2.3 van de Omgevingswet is vastgesteld: een norm die de gewenste staat of kwaliteit van de fysieke leefomgeving of een onderdeel daarvan als beleidsdoel vastlegt, die moet worden uitgedrukt in meetbare of berekenbare eenheden of anderszins in objectieve termen. Aan het vaststellen van een omgevingswaarde verbindt de Omgevingswet gevolgen voor de overheid, namelijk de plicht tot het door middel van monitoring bewaken van de omgevingswaarde en de plicht om bij dreigende overschrijding een programma vast te stellen met maatregelen om alsnog aan de omgevingswaarde te voldoen.
Het Rijk, de provincie en de gemeente kunnen omgevingswaarderegels vaststellen. Die omgevingswaarderegels kunnen gesteld worden in een instrument dat zijn basis vindt in de Omgevingswet: Algemene Maatregel van Bestuur & Ministeriële Regeling (Rijk), omgevingsverordening (provincies), en omgevingsplan (gemeenten). Daarnaast kan het projectbesluit wijzigingen aanbrengen op het omgevingsplan.
Hoe annoteer je een omgevingswaarde?
Voor het annoteren van de tekst bij een omgevingswaarderegel is hierna uitgelegd welke gegevens jij moet of kunt toevoegen. Een deel van de gegevens zit in waardelijsten. De waardelijsten zijn raadpleegbaar via de stelselcatalogus Omgevingswet. De lijst van mogelijke waarden zal uiteindelijk geïntegreerd zijn in de plansoftware.
Voorbeeld: omgevingswaarderegel toelaatbare concentratie stikstofdioxide
Hieronder vind je een voorbeeld over een omgevingswaarderegel met betrekking tot de toelaatbare concentratie stikstofdioxide. Wat moet jij als opsteller aangeven?
Conceptuele weergave van een minimaal geannoteerde omgevingswaarderegel
- Type regel: om welk type regel gaat het?
Er zijn drie typen regels die je kunt kiezen. Een regel voor iedereen, een instructieregel of een omgevingswaarderegel. Een omgevingswaarde kan alleen vastgesteld worden in een omgevingswaarderegel. In dit voorbeeld kiezen we dus voor dit type regel. Een omgevingswaarderegel is zelfbindend voor het bestuursorgaan dat de omgevingswaarde vaststelt.
Regels over activiteiten zijn altijd van het type ‘regel voor iedereen’ en instructieregels zijn gericht aan andere bestuursorganen. Alle regels binnen een artikel moeten van hetzelfde type zijn.
- Locatie: op welke locatie is deze regel van toepassing?
Om de raadpleger via het Omgevingsloket van de juiste informatie te voorzien, is het noodzakelijk om aan te geven waar de regel van toepassing is. Geef hiervoor aan op welke locatie deze regel van toepassing is door de ID van de locatie op te nemen in de machineleesbare tekst. In de plansoftware zal dit bij een koppeling tekst-locatie onder water gebeuren. Je zien geen ID's in de tekst aan de voorkant.
- Idealisatie: is de begrenzing van de locatie exact of indicatief bedoeld voor deze regel?
Als je hebt aangegeven op welke locatie deze regel van toepassing is, kun je vervolgens met de idealisatie aangeven of de begrenzing van de locatie voor déze regel exact of indicatief geïnterpreteerd moet worden. Dit attribuut zegt dus iets over de begrenzing van de locatie voor díe specifieke regel. Indicatief kan bijvoorbeeld gebruikt worden wanneer de begrenzing van de locatie bepaald is op basis van een berekening of wanneer een locatie bedoeld is als indicatie of zoekzone voor de plek voor een toekomstige ontwikkeling: pas later wordt de daadwerkelijke plek bepaald. Bij een berekening kan de marge nog aangegeven worden met hoeveel meters er afgeweken kan worden. In dit voorbeeld kiezen we voor de idealisatie exact, omdat de begrenzing van het recreatiegebied zonder marges is vastgesteld.
Dankzij het annoteren van de ‘idealisatie’ en het aangeven van de bijbehorende ‘locatie’ is precies duidelijk waar de regel van toepassing is en hoe de locatie in combinatie met de regel geïnterpreteerd kan worden. De raadpleger kan nu in het Omgevingsloket op een plek in de kaart prikken en ziet dan dat artikel 2.12 daar van toepassing is en voor wie. Hij moet echter nog steeds de tekst lezen en correct interpreteren om te weten dat het om een omgevingswaarde gaat en welke omgevingswaarde het betreft. Ook kan de raapleger op deze manier niet via de presentatie op de kaart zien dat hier een regel over een omgevingswaarde geldt.
Wat kun je nog meer doen om de regel goed vindbaar en zichtbaar te maken?
Je kunt ervoor zorgen dat een raadpleger over meer informatie beschikt tijdens het oriënteren in het Omgevingsloket. Door de omgevingswaarde te annoteren, kan deze gepresenteerd worden op de kaart en is het mogelijk om te zoeken en te filteren op trefwoorden of categorieën.
In onderstaand voorbeeld is uitgewerkt welke informatie hiervoor geannoteerd moet worden.
Conceptuele weergave van een omgevingswaarderegel met een kwalitatief geannoteerde omgevingswaarde
- Naam: geef de omgevingswaarde een naam.
Dit is de naam van de omgevingswaarde waar de regel over gaat. Je bent vrij in de keuze van de naam van de omgevingswaarde. De naam van de omgevingswaarde kan letterlijk in de regel terug te vinden zijn (expliciet), maar het is ook mogelijk dat de omgevingswaarde impliciet wordt gedefinieerd in de tekst van de regel.
De naam van de omgevingswaarde die wordt geannoteerd, zal in het Omgevingsloket ook de naam zijn waarop gezocht en gefilterd kan worden. Hier moet bij de naamgeving rekening mee gehouden worden. Daarom wordt geadviseerd om een logische en eenduidige naam te annoteren.
- Omgevingswaardegroep: geef aan in welke omgevingswaardegroep deze valt.
Hier geef je aan in welke omgevingswaardegroep de omgevingswaarde valt. De omgevingswaardegroep kies je uit een limitatieve waardelijst. Dit betekent dat er een vastgestelde lijst is van omgevingswaardegroepen die je kunt kiezen. De mogelijke omgevingswaardegroepen vind je in de stelselcatalogus. De lijst van mogelijke omgevingswaardegroepen zal uiteindelijk geïntergreerd zijn in de planmaaksoftware.
Voor de presentatie in een kaartbeeld is de omgevingswaardegroep bepalend. Het attribuut groep bepaalt namelijk met welke symboliek (kleur/arcering) de locatie waar de omgevingswaarderegel geldig is, in een kaartbeeld wordt weergegeven. De omgevingswaardegroep staat in de symbolisatietabel waaraan een symbolisatie is gekoppeld, deze symbolisatie wordt op de kaart als verbeelding van de omgevingswaarde getoond.
Het is mogelijk om de standaard presentatie toe te laten passen, maar je kunt ook kiezen voor een afwijkende presentatie. Meer informatie over de presentatie in kaartbeeld vind je op de pagina Presenteren in deze wegwijzer.
- Normwaarde: geef aan of het een kwalitatieve of kwantitatieve normwaarde betreft; en geef de waarde en eventuele eenheid aan.
In bovenstaand voorbeeld is de vastgestelde waarde van de omgevingswaarde in woorden beschreven in het artikel (de regeltekst). Zodra je ervoor kiest om de waarde in de regeltekst in woorden te beschrijven, kies je bij het annoteren voor een kwalitatieve normwaarde en verwijs je in het veld waarde naar de regeltekst, door daar 'zie regeltekst' in te vullen. Door op deze manier te annoteren, zorg je ervoor dat de normwaarde in een kaartbeeld gepresenteerd kan worden en dat de raadpleger begrijpt dat hij het artikel moet lezen om te weten welke normwaarde het bevoegd gezag heeft vastgesteld.
Bovenstaand voorbeeld laat zien hoe je een omgevingswaarderegel met één normwaarde kunt annoteren. Het is echter ook mogelijk dat in de omgevingswaarderegel meerdere locaties met hun bijbehorende specifieke normwaarden worden vastgesteld. Als je de raadpleger in dit geval makkelijker inzicht wil geven in de specifieke normwaarden voor verschillende locaties door middel van interactie met de kaart, dan kun je de locaties met hun bijbehorende normwaarden vastleggen in een geografisch informatieobject. In de tekst van het artikel kun je dan verwijzen naar het betreffende informatieobject. Ook als je voor deze manier kiest, moet je het type regel en de idealisatie aangeven, en de naam en groep van de omgevingswaarde vastleggen. Onderstaande verbeelding laat zien wat jij in dit geval moet doen.
Conceptuele weergave van een omgevingswaarderegel met meerdere geannoteerde locaties en normwaarden
En wat kan je tot slot doen?
Een raadpleger kan zich, met behulp van de acties uit 1 t/m 6, oriënteren in het Omgevingsloket. Hij kan filteren op omgevingswaarden, kan op zijn locatie zien welke regels er van toepassing zijn en kan de omgevingswaarden terugzien op de kaart (gepresenteerd op basis van de omgevingswaardegroep). Tot slot is het ook mogelijk om een thema of gerelateerde regeltekst toe te voegen.
Conceptuele weergave van een omgevingswaarderegel waarbij ook het thema is geannoteerd
- Geef aan welk thema het betreft.
Het toevoegen van een thema aan de regel heeft effect op het zoeken en filteren in het Omgevingsloket. Alle bevoegde gezagen kunnen hun beleid en regels annoteren met een thema, dit is een tekstgebonden attribuut. Dit betekent dat het regels en beleid van alle omgevingsdocumenten doorzoekbaar maakt, maar het geen effect heeft op de presentatie in de kaart. Het thema kun je kiezen uit de uitbreidbare waardelijst. De uitbreidbare waardelijst is gevuld met waarden waaruit gekozen kan worden. Wanneer een gewenste waarde niet op de lijst voorkomt, kun je zelf een waarde definiëren. Deze waarde wordt niet opgenomen in de waardelijst.
- Geef aan welke andere regeltekst relevant is in relatie tot deze regeltekst.
Het is mogelijk om het artikel of lid (=regeltekst) aan een andere regeltekst te relateren. De relatie kan worden gemaakt tussen twee regelteksten binnen hetzelfde omgevingsdocument, maar ook naar een regeltekst van een ander omgevingsdocument (mits deze al bestaat). Het is niet mogelijk om iets over de aard van de relatie vast te leggen. Dit moet duidelijk blijken uit de tekst.
Bovenstaande stappen geven inzicht in hoe de standaard bedoeld is, de exacte werking van de plansoftware kan afwijken.
Verder lezen
Voor meer informatie over de omgevingsdocumenten waarin omgevingswaarderegels vastgesteld kunnen worden, zie de volgende pagina’s: