Het eerste jaar werken onder de Omgevingswet zit erop. Welke lessen zijn geleerd en welke uitdagingen ziet het werkveld nu vooral? Leden van het TPOD team trekken dit jaar door het land om te horen hoe de invoering verloopt en waar momenteel de aandachtspunten liggen. Ons eerste bezoek bracht ons naar gemeente Arnhem. Lindy Heesters sprak daar met oud-collega Gijs Koedam en Saskia Maessen, Bestuursadviseurs Ruimtelijke Juridische Zaken.
Hoe hebben jullie het eerste jaar na invoering van de Omgevingswet ervaren?
‘De wereld is door blijven draaien’, vertelt Gijs lachend. ‘Wij hadden verwacht dat er veel zou veranderen en dat we veel vragen zouden krijgen. Dat viel uiteindelijk reuze mee. Het scheelt waarschijnlijk dat er net voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet veel omgevingsvergunningen zijn aangevraagd. Bij de invoering van de Omgevingswet was het daarom rustig. Inmiddels komt het proces weer op gang en dat gaat best aardig.’
Hoe verliep de technische inbeheername van het omgevingsplan?
‘Wij konden eind januari ons omgevingsplan al publiceren. We zijn erg blij met de begeleiding van de VNG daarbij. Vooral op het punt van de verwijzingen bij de artikelsgewijze toelichting die we ook moesten aanpassen. Door deze hulp en het feit dat de software gewoon werkte, verliep de inbeheername van de Bruidsschat in het omgevingsplan heel soepel.’
Wat is jullie invoeringsstrategie?
‘Wij hebben de bruidsschat gelaten zoals hij is. We hebben ontwikkelplannen in STOP/TPOD opgepakt en zijn ook meteen begonnen met het omzetten van bestemmingsplannen en thematische wijzigingen. De oude bestemmingsplannen hebben we omgewerkt naar activiteiten, bijvoorbeeld activiteit wonen, activiteit detailhandel. Dat gebruiken we als basis voor het STOP/TPOD omgevingsplan. Iedere activiteit en gebiedsaanwijzing functie is universeel en kan in heel Arnhem gebruikt worden. Verder geldt het kernidee dat een regel maar één ding regelt. Door dit consequent toe te passen, zijn alleen de regels zichtbaar die gelden voor jouw locatie. Bijkomend voordeel van het werken met dit soort universele bouwstenen, is dat de Crisis- en Herstelwet-plannen uit voorgaande jaren zich nu heel makkelijk laten omzetten in de structuur van het omgevingsplan.’
Jullie hebben al een wijziging op het omgevingsplan doorgevoerd. Hoe is dat gegaan?
‘Er is eerder een beleidsplan voor archeologie en geomorfologie opgesteld. De afdeling erfgoed wist dat deze regels in het omgevingsplan moesten gaan landen en daar moesten natuurlijk ook werkingsgebieden bij komen. Daarvoor hebben ze de GIS afdeling benaderd. Vervolgens zijn we met alle betrokken partijen bij de gemeente en met onze softwareleverancier om tafel gaan zitten om ons eerste wijzigingsplan op te stellen en ter inzage te leggen. Het beleidsplan voor archeologie en geomorfologie heeft invloed op allerlei activiteiten: bouwen, graven… Het maken en ter inzageleggen was daarmee een goede leerervaring voor ons.’
De wijziging is eind 2024 gepubliceerd. Toen was onze software zo ver doorontwikkeld dat we er een wijziging mee konden doorvoeren. Uiteindelijk viel het mee hoe makkelijk die eerste publicatie verliep. We zijn woensdag begonnen, donderdag ging het naar de LVBB en vrijdag stond de wijziging op het DSO-LV. Je moet uiteindelijk maar gewoon durven om door te gaan.’
Hoe hebben jullie het eerste deel van het omgevingsplan geannoteerd?
‘Wij hebben delen van het omgevingsplan geannoteerd met het idee dat daarop toepasbare regels moeten worden gemaakt. Die toepasbare regels hebben we nu nog niet, maar die komen er wel. We hebben het eerste wijzigingsbesluit ook gebruikt om stukjes van de bruidsschat al buiten werking te stellen. Die stukjes bruidsschat zijn overgeheveld naar onze nieuwe regels. We hebben natuurlijk wel keurig lege artikelen overgelaten om de nummering van de bruidsschat niet in gevaar te brengen, anders gaan je Toepasbare Regels de mist in.’
Wat is de grootste uitdaging voor dit jaar?
‘Dit jaar gaan we aan de slag met de volgende thematische wijzigingen, namelijk bomen en bodem. Net als archeologie en geomorfologie hebben die thema’s ook al werkingsgebieden en regels. Ook maken we een gebiedsgericht wijzigingsbesluit voor Arnhem-Zuid waarin de bestemmingsplannen worden omgezet naar het Omgevingsplan. Dat moet zeker in 2025 nog lukken. In dat besluit worden activiteiten en activiteitlocaties aangemaakt voor de Ruimtelijke Ordening regels. Hiermee leggen we de basis voor de bibliotheek in onze software.’
Is de gemeente ook al bezig met de omgevingsvisie?
‘De omgevingsvisie was er al. Niet in STOP/TPOD natuurlijk, maar wel met werkingsgebieden in GIS. Dit jaar ga ik deze ‘verstoptpodten’, vertelt Gijs.
‘Wat nog aandacht vraagt, is dat beleid nu vanaf het begin objectgericht geschreven moet worden en gekoppeld aan werkingsgebieden. Dan laat het zich veel makkelijker toetsen aan de digitale omgevingsvisie en door vertalen in het omgevingsplan. Het op deze manier leren denken èn werken moeten we nog verder verankeren in de organisatie. We hoeven hiervoor gelukkig niet allemaal zelf het wiel uit te vinden. We maken goed gebruik van ons netwerk en wisselen regelmatig ervaringen uit met andere gemeenten.‘
Welk advies zou jij aan andere gemeenten mee willen geven?
‘Je moet het gewoon gaan doen. Als je een foutje maakt, dan kun je dat in een volgende wijziging weer gewoon repareren. Dus bedenk een strategie en ga ermee aan de slag.