Omgevingswet besluiten worden in een publicatieketen opgenomen en moeten daarom aan technische en functionele eisen voldoen, ook wel validatieregels.
De regels die hiervoor zijn opgesteld vinden hun oorsprong in de documentatie van de STOP/TPOD-standaard en zijn geïmplementeerd in de validator van LVBB en OZON. Daarnaast hebben bevoegde gezagen en hun softwareontwikkelaars behoefte aan inzicht in de eisen waaraan hun omgevingsdocumenten moeten voldoen om straks succesvol te worden gevalideerd.
De uitwerking van het registratie- en publicatieproces en het daarmee verbonden validatieproces is nog in ontwikkeling. Een en ander kan leiden tot aanpassing van de reeds uitgegeven validatieregels. Het meest actuele overzicht is te vinden in de validatiematrix. Hierin staan alle validatieregels voor TPOD, LVBB en DSO-LV (met service OZON).
Het is de bedoeling om in een latere fase ook de processen in de keten van ‘Idee tot Indiening’ (vergunningenproces) die betrekking hebben op gegevens die rechtstreeks worden aangeleverd aan Toepasbare Regels toe te voegen.
Wat moet een bronhouder concreet aanleveren?
De bronhouder dient een set bestanden aan te leveren aan de LVBB en later doorgeleverd worden aan DSO-LV via de OZON-service. Deze set bestaat uit de volgende onderdelen:
- Opdracht: publicatieopdracht of validatieopdracht. Datum bekendmaking.
- Besluittekst: initieel/wijziging en ontwerp/definitief
- Annotaties: activiteiten, functies en locaties. Deze zijn gekoppeld aan artikelen en locatie-bestanden.
- GIO: Dit is een ander woord voor de locatie-bestanden waarover het bevoegd gezag een besluit neemt; Vanuit de regeltekst kan worden verwezen naar GIO’s; Regelteksten en GIO’s kunnen los van elkaar wijzigen. En GIO bestaat uit twee delen, een is het GML, dat bevat de geografische informatie, en het ander is een XML, dat de koppeling legt tussen GML en overige XML-bestanden.
- Beperkingengebieden
- Omgevingsnormen en -waarden
- Regelteksten
- Afbeeldingen
- PDF Bijlagen
- Manifesten
Waar wordt op gevalideerd?
Het bronhouderkoppelvlak valideert op verschillende aspecten van het besluit, en roept hiervoor verschillende validators aan. Iedere validatie heeft zijn eigen foutmelding en foutcode.
- Aanlevering zelf
- Schema’s
- OW validatie: IMOW validatie, integriteit verwijzingen OW -> OP
- Besluit: in lijn met historie regeling, identifiers
- Geo, symbolisatie en GIO
- Proefconsolidatie en Proefregistratie
De validatie-technieken zijn afhankelijk van de positie van waar de validatie plaatsvindt en wat de validatie inhoudt. Ze bevinden zich dus in een code-complex en kunnen uit verschillende technieken bestaan. Bijvoorbeeld een validatie over de “welformed”-heid van een XML document gebeurt middels schematron en/of XML-schema. Echter, bijvoorbeeld, een validatie-routine van een ID zal dan weer een API gebruiken of een database-query uitvoeren.